Op 11 november besloot mr. Yang, hoofd van het Culturele Bureau, het Nederlandse Taijiquan Festival in Utrecht (waarvan binnenkort een uitgebreider verslag) met een bezoek te vereren. Hij kwam in gezelschap van attaché Pan Tingting, een charmante Chinese dame.
Ik verwelkomde hen bij de ingang en bracht hen in contact met STN voorzitter Theo Ypma. Theo gaf het Chinese duo een rondleiding langs de drukke grote hal van Sportcentrum Olympos, waar competities in vorm lopen en pushing hands zich afspeelden. In vier aparte zalen waren druk bezochte workshops en lezingen te zien.
De rondleiding eindigde bij de grote show in de lunchpauze. Na het optreden van zangeres Lico Lee en taiji-demonstraties van topleraren had Mr. Yang de speciale taak om de emmer te vullen waar de draak uit dronk, aan het begin van de drakendans.
De kleurige draak van Wushu-vereniging Bao Trieu kronkelde met veel tromgeroffel over het toneel. En toen was daar opeens dat moment waarop het hele Taijiquan Festival voor mij samenviel. Het zat in een klein zinnetje dat mr. Yang enigszins verwonderd uitsprak, terwijl zijn ogen door de grote hal dwaalden: “Ik zie bijna geen Chinezen hier.”
Ik proefde onder dat zinnetje een diepe belevingswereld, die ik misschien even moet uitleggen.
Zelfs als je nog nooit in China bent geweest, voel je dat het Taijiquan Festival een Chinese sfeer ademt. Het drukke gekrioel van mensen, de rustige geluiden met af en toe een vleugje zachte Chinese muziek. De kleurige taiji-kleding van veel deelnemers en natuurlijk de taiji- en qigong bewegingen zelf. Al die dingen ademen de geur van de oudste cultuur in de wereld, waaruit ze zijn voortgekomen.
Maar onder die Chinese kleding zat bijna nergens een Chinees lichaam. Door die waarneming begreep ik dat dit Taijiquan Festival voor mr. Yang en mrs. Tingting als een heel vreemd soort China moest aanvoelen: een China zonder Chinezen.
Die cultuurschok roept als vanzelf een hele diepe vraag op: Wie zijn wij eigenlijk? Was het niet altijd zo dat alleen Chinezen Chinees konden zijn? Deze Nederlanders waren, misschien zelfs onbedoeld, een beetje Chinees geworden. Niet door Chinese kleding aan te trekken, maar diep van binnen, in hun qi of in hun bloed. En natuurlijk in hun manier van bewegen. De meesten doen dat alleen maar omdat ze ontspannen en gezond willen blijven.
Op die manier maakt de Nederlandse Cultuur via het eenheidsprincipe contact met de Chinese Cultuur, als via een diepe wortel in de aarde of in de menselijkheid. Kan je je iets mooiers voorstellen in een wereld waarin het zo moeilijk is om de vrede te bewaren?
Foto: Loni Liebermann